Terwijl het CBS op 30 juni publiceert dat het aantal huishoudens met problematische schulden niet is gestegen vraagt de Nationale Ombudsman op 6 juli aandacht voor ondernemers die financieel in de knel zijn gekomen door corona.
In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid brengt het Centraal Bureau voor de statistiek via een vernieuwd dashboard schuldenproblematiek in Nederland in beeld. Zo bleken er op 1 oktober 2020 ruim 614.000 huishoudens te zijn met geregistreerde problematische schulden. Dit is 7,6% van alle particuliere huishoudens. Aan het begin van de coronapandemie was dit percentage volgens het CBS 7,9 %.
Uit de gegevens die het CBS verzamelde bleek er wel een toename van het aantal huishoudens met een zzp’er of iemand met een flexibel contract. Het CBS merkt hier bij op dat het wel enige tijd duurt voordat schulden als problematisch worden gekenmerkt. Ook zijn niet alle schulden geregistreerd, denk bijvoorbeeld aan schulden bij familie of vrienden. Het kan dus zijn dat huishoudens die door corona in de financiële problemen zijn gekomen op 1 oktober 2020 nog niet zichtbaar geregistreerd stonden als zijnde een huishouden met problematische schulden.
Geregistreerde problematische schulden, 1 januari
Jaar Aantal huishoudens met geregistreerde problematische schulden
2015 8,6%
2016 8,6%
2017 7,8%
2018 8,3%
2019 8,1%
2020 7,9%
2020* 7,6%
*oktober
*1 oktober 2020
Het CBS gaat uit van geregistreerde schuldenproblematiek, hoe komt het CBS dan aan deze data?
Als tenminste 1 persoon van een huishouden gedurende het peilmoment van dat jaar aan tenminste één van de volgende criteria voldoet, wordt deze aangemerkt als een huishouden met geregistreerde problematische schulden.
Volgt een WSNP-traject of een bij het BKR geregistreerd minnelijk traject
Heeft een bij het BKR geregistreerde betalingsachterstand
Is opgenomen in het Centrale Curatele- of Bewindregister op grond van verkwisting en/of problematische schulden.
Heeft tenminste 6 maanden achterstand in de zorgpremie,
Of heeft een betalingsachterstand bij het CJIB van een verkeersboete (wet Mulder) waarvan de tweede aanmaning al 2 maanden openstaat. Of bevindt zich al in de wanbetalersfase. Het openstaand bedrag moet dan wel minimaal €50,00 zijn.
Als er langer dan 15 maanden voor meer dan €50,00 schulden zijn bij de Belastingdienst, voor een toeslagschuld moet deze langer dan 27 maanden openstaan. Belastingschulden die in de 12 maanden voor het peilmoment oninbaar zijn geleden tellen ook mee.
Heeft een betalingsachterstand bij DUO van 3 maanden of langer en van minimaal 270 euro.
Uit de Cijfers van Het CBS blijkt tevens dat de meeste huishoudens met geregistreerde problematische schulden waren in Rotterdam (15,5 procent), Schiedam (13,7 procent), Lelystad (13,4 procent) en Den Haag (13,3 procent). Van de vier grote steden telde Utrecht met 6,5 procent relatief weinig huishoudens met problematische schulden.
Daarnaast constateert het CBS dat er in het aantal huishoudens met problematische schulden in Zuid- Limburg zich concentreert in Heerlen (13%) en Noordoost-Groningen met Pekela als gemeente met het hoogste aandeel (11,7%).
De gemeente met het laagste aandeel geregistreerde huishoudens met problematische schulden zijn Rozendaal (1,3%), Bunnik (2,5%) en Veere (2,9%).
Hoewel het CBS constateert dat het totaal aantal geregistreerde problematische schulden niet is toegenomen zien ze wel een stijging in het aantal huishoudens waarvan het inkomen wordt verworven door zzp’er. Hierbij moeten we ook opmerken dat de gegevens van het CBS betrekking hebben op de peildatum oktober 2020. Hierna zijn de coronamaatregelen verscherpt waarbij Nederland opnieuw in een Lockdown is gegaan. De gevolgen hiervan zijn niet verwerkt in de publicatie van het CBS. Volgens de Nationale Ombudsman(NOB) zijn ondernemers wel in de knel gekomen door corona. De Nationale Ombudsman roept op 6 juli 2021 op tot maatwerk voor schrijnende gevallen. Volgens de NOB hebben gemeenten ruimte nodig om lokaal maatwerk toe te passen. Gemeenten moeten actief aan de slag om te voorkomen dat ondernemers wegglijden, hiervoor is meer nodig dan alleen een luisterend oor bieden of een individueel geval oplossen.
Ook is maatwerk bij de invordering van buitengewone coronaschulden cruciaal. De NOB ziet dan ook problemen bij de terugvordering door de overheid, en hulpverlening door gemeenten. Zo bleek uit onderzoek van de NOB dat hulpverlening aan zzp’ers in veel gemeente nog niet vanzelfsprekend is, en blijken er grote verschillen te zijn in de omgang met schuldhulpverlening. De ombudsman doet hier op dit moment onderzoek naar.
Daarnaast constateert de ombudsman uit circa 500 meldingen 4 knelpunten bij de coronasteunmaatregelen. Zo zijn in TOZO II,III,IV door de partner toets te laag voor zzp’ers met hoge vaste lasten. De voorwaarden voor de TONK zijn te streng. Er is geen compensatie mogelijk door foute code standaard bedrijfsindeling (SBI-Code), en er is geen TVL steun mogelijk door een beperkte omzet in de referentieperiode. Hierover is de Ombudsman in gesprek gegaan met diverse stakeholders en ministeries over oplossingsrichtingen die toekomstige betalingsproblemen moeten voorkomen.
Bron: CBS
Comments