Jarenlang stond advocaat Jacques Dijkgraaf de VVDI en haar leden juridisch bij. Daar komt nu een eind aan. We kijken samen met Jacques terug.
Hoe lang ben je al betrokken bij de VVDI?
'Al in 1994 kwam ik in contact met de AVB (Algemene Vereniging Belastingdeurwaarders), de voorganger van de VVDI. In dat jaar kwam ik bij de CMHF, de overkoepelende organisatie waar de VVDI onder valt, in dienst als beleidsondersteuner en juridisch adviseur op het gebied van de individuele rechtspositie. In die tijd waren er vier vakbonden actief bij de Belastingdienst; VRH, MHD, VHMF en AVB.'
De afgelopen jaren verleende je onze vereniging en onze leden juridische bijstand vanuit je eigen advocatenkantoor. Hoe is dat dan ontstaan?
'In 2000 ben ik vertrokken bij de CMHF om samen met mijn vrouw ons advocatenkantoor, Advocatenkantoor Dijkgraaf, op te richten. Vanaf 2002 ben ik vanuit die hoedanigheid rechtshulp gaan verlenen aan leden van de VVDI.'
Hoe kwam de VVDI bij jou terecht? CMHF regelt als koepel toch de juridische bijstand voor de verenigingen en haar leden?
'Voorheen had CMHF mensen zoals ik in dienst die leden juridisch bijstonden, op een gegeven moment is dat werk door CMHF afgestoten en bij DAS neergelegd. Een aantal verenigingen vond dat een slechte ontwikkeling en besloten zelf op zoek te gaan naar een kantoor om leden bij te staan. Ze waren bang bij DAS elke keer met een andere advocaat of adviseur te maken te krijgen en wilde iemand die meer betrokken was bij de verenigingen. Een aantal verenigingen kwam op die manier bij ons advocatenkantoor uit. Het voordeel van deze samenwerking was dat ik niet alleen juridische kennis heb, maar ook inhoudelijke kennis over de vakbondswereld. Door deze achtergrond fungeerde ik tevens als sparring partner voor de verenigingen en kon ik meedenken over collectieve belangenbehartiging, bijvoorbeeld bij cao-onderhandelingen.'
Wat heb je de afgelopen jaren bereikt?
'Door mijn lange verbintenis met de VVDI ben ik een constante factor geworden. Met mijn kennis en geschiedenis kon ik echt iets bijdragen. Mijn grootste verdienste is simpelweg dat ik lang genoeg ben gebleven om iets van het verleden te weten. Daardoor heb ik langdurige relaties opgebouwd met vele belastingdeurwaarders. Die relatie en dat vertrouwen is onbetaalbaar.'
Waarvoor ben je al die jaren het meest in actie gekomen?
'Integriteitvraagstukken. De Belastingdienst hanteert voor haar eigen personeel zeer strikte normen. Vanwege de omvang van de organisatie ligt er voor de handhaving van die norm een grote nadruk op het volgen van voorschriften en procedures. Die houding (“roomser dan paus willen zijn”) is van alle tijden voor de Belastingdienst. Deze dienst is immers de organisatie die veel macht is toebedeeld voor het incasseren van de financiële middelen van de overheid. Die taak ervaren zowel de leiding als de medewerkers van de belastingdienst als een grote verantwoordelijkheid. Daarom wil de leiding graag dat het personeel van de dienst het goede voorbeeld geeft.
Deurwaarders zijn bij uitstek het gezicht van de belastingdienst, omdat juist zij de verpersoonlijking zijn van die macht die de dienst is toebedeeld. Zij hebben veel contacten met burgers en worden daarom ook eerder aangesproken op hun gedrag.'
Wat is je het meest bijgebleven?
'Een zaak rondom nevenactiviteiten. Alle personeel bij de belastingdienst en dus ook deurwaarders moeten voor al hun nevenactiviteiten toestemming vragen. Dus als jij bijvoorbeeld coach wil worden op de hockeyclub van je dochter, dan moet je dat melden. De Belastingdienst wil dat al haar ambtenaren het goede voorbeeld geven.
Dit betekent onder andere dat je geen nevenwerkzaamheden mag verrichten in een sector die als risicovol bekend staat, zoals bijvoorbeeld de horeca. Dit is een sector waar veel belastingontduiking plaats vindt en in die tijd waarin deze casus speelde wilde de Belastingdienst niet dat ambtenaren een nevenfunctie in de horeca gingen vervullen.
Jaren geleden werkte een van de deurwaarders als vrijwilliger in een homobar om een familielid die homo was beter te kunnen begrijpen. Op zich een totaal begrijpelijk en nobel streven. Maar de deurwaarder had dit niet gemeld en een bar is horeca dus een risicofactor. Jammer genoeg werd dit verbod om daar te mogen werken door de hoogste rechter in stand gelaten.
Wat me ook is bijgebleven, is de introductie van het betekenen per post. Dat was een aantal jaren geleden een heet hangijzer. Veel deurwaarders waren bang dat hun werk en in ieder geval hun vakmanschap zou verdwijnen. Deurwaarders oude stijl hechtten veel waarde aan hun functie. Zij voelden zich dienaar van de koning en vonden het innen van Rijksfinanciën een serieuze zaak. Met het betekenen per post was hun beroepseer in het geding. Zij vonden dit uitholling van het beroep.'
Wanneer ben je tevreden? Wat geeft een goed gevoel?
'Ik vond het altijd ontzettend leuk om nauw betrokken te zijn bij de verenigingen. Leden wisten mij te vinden en ik voelde mij deel van de vereniging. Het was altijd prettig en laagdrempelig. De VVDI is een leuke club om voor te werken.
Bij individuele geschillen is het niet alleen mijn streven om het geschil zonder rechter op te lossen, maar vooral om het duurzaam op te lossen. Ik ben tevreden als een klant na twee jaar terugkijkt en blij is met hoe zijn of haar zaak destijds afgehandeld is.'
En nu? Je hebt de VVDI overgedragen aan een ander advocatenkantoor. Wat zijn je plannen?
'De afgelopen jaren hebben mijn vrouw en ik langzaam het advocatenkantoor afgebouwd. We komen op een leeftijd dat we wat meer vrije tijd willen en het wat rustiger aan willen doen. Dus nu zijn we weer met z'n tweeën, precies zoals we aan het begin van deze eeuw begonnen zijn. We zijn van Den Haag naar Hengelo verhuisd en dat voelt goed. Een nieuw hoofdstuk.'
Comments